Symposium NIT op 31 mei 2024

Op 31 mei vond het goed bezochte jaarlijks symposium van het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT) plaats. Met onderwerpen uit de branche en lezingen die het vakgebied raken kwamen diverse sprekers aan het woord. Verdieping, verbreding en vooral ontmoeting zijn de ingrediënten voor deze bijeenkomst die dit keer in Ermelo plaatsvond.

Veiligheid

Het actuele onderwerp balsemvloeistoffen kwam als eerste aan bod. Prof. dr. Gert-Jan Kleinrensink, voorzitter NIT, gaf een korte toelichting op de huidige stand van zaken. Het College voor de Toelating op Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) heeft een nieuwe balsemvloeistof toegelaten, waarop het NIT evenals meerdere partijen bezwaar heeft aangetekend. Als belangrijkste aandachtspunt noemt het NIT het ontbreken van een goede onderbouwing door het Ctgb. Het NIT wacht nu op de reactie van het Ctgb. Voor het NIT was dit onderwerp een goede gelegenheid om nog eens de veiligheid tegen het licht te houden. Er werden verschillende inzichten over dit onderwerp gedeeld met en door de aanwezigen.

Geef ruimte aan persoonlijke opvattingen

Dr. Brenda Mathijssen (universitair hoofddocent Rijksuniversiteit Groningen) vertelde over de veelzijdigheid van religie in de uitvaartzorg. ‘We zijn nog altijd erg geneigd om te generaliseren en zaken volgens kaders in te vullen in onze multiculturele samenleving. Maar geef vooral ruimte aan persoonlijke opvattingen’, was haar advies. Met deze zelfde boodschap kwam ook Nienke Blom, deskundige in levensafronding en uitvaartbegeleiding. ‘Luister vooral naar de wensen van de betrokkenen en wijk af van het gangbare als dat de uitkomst is.’

7 vinkjes in de uitvaartzorg

Evert de Niet, penningmeester NIT, stelde nog eens de borging van kwaliteit middels de permanente educatie in deze sector aan de orde. Ook gaf hij een toelichting op de 7 punten die de uitvaartbranche onder de aandacht van de wetgever heeft gebracht. Het NIT neemt deel aan de overlegtafel Uitvaartorganisaties Nederland (UN) waarin ook aandachtsgebieden die de thanatopraxiebranche raken aan de orde komen. Bijvoorbeeld het invasief handelen, dat qua opleidingsniveau goed verankerd moet gaan worden in de nieuwe Wet op de lijkbezorging. Interactie ontstond met de stellingen van Niels Schermel (bestuurslid NIT), waaronder deze: ‘Bij elk overlijden zou de mogelijkheid van thanatopraxie aan betrokkenen moeten worden voorgesteld.’ Meer dan driekwart van de aanwezigen was het met deze stelling eens.

Begraafplaats voor wetenschappelijk onderzoek

De laatste lezing in dit dagprogramma was van prof. dr. Roelof-Jan Oostra (hoogleraar Amsterdam UMC). Hij vertelde over zijn werk als anatoom en over de ingerichte begraafplaats voor donoren van het ‘body donation program’ in het Amsterdam UMC. Wetenschappelijk onderzoek naar ontbinding van het menselijk lichaam, dat is het doel. Deze bijzondere begraafplaats dient ook nog een ander doel. Forensisch onderzoek waarbij de uitkomsten handvatten kunnen bieden bij het oplossen van ernstige misdrijven.