Met de wijziging van de Wet op de lijkbezorging is thanatopraxie – de tijdelijke conservering van een overledene – in Nederland toegestaan. Dat betekent een nieuwe discipline binnen de uitvaartbranche.
Afscheid nemen van een naaste is een proces. Een rouwproces. Een proces dat elke nabestaande anders ervaart, maar dat bijna altijd moeilijk en pijnlijk is. Het contact met een geliefde is definitief verbroken. Een persoon die dichtbij stond, is een herinnering geworden.
De periode tussen het overlijden en de uitvaart is heel belangrijk voor de verwerking van dit verlies. Sterker nog: de laatste blik op de overledene kan bepalend zijn voor de herinnering. Het is een beeld dat bij blijft. Juist daarom is de laatste zorg voor de overledene een eervolle taak. En juist daarom is het goed dat alle verantwoorde mogelijkheden benut worden om een waardig afscheid te bevorderen.
Het wettelijk toestaan van thanatopraxie in ons land is in dat opzicht een doorbraak. Een grondige afweging en een jarenlange discussie gingen vooraf aan de wijziging van de wet. Rationele en emotionele argumenten zijn uitgebreid onderzocht en afgewogen. Onafhankelijke specialisten hebben onderzoek gedaan en aanbevelingen gegeven. Dat thanatopraxie in landen als Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten al heel gewoon is, doet er in dat opzicht niet toe. De aard van het ontwerp rechtvaardigt uitvoerig onderzoek en een weloverwogen keuze.
Het doel van het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT) – opgericht in 2006 – is het helder en zorgvuldig verstrekken van informatie. Het is voor alle betrokkenen, nabestaanden, uitvaartverzorgers, overheden en andere partijen van belang dat zij een eigen keuze maken op basis van alle beschikbare informatie.
Want bij elk verlies opnieuw zullen mensen voor de keuze staan: thanatopraxie, wel of niet doen? Het NIT wil eraan bijdragen dat zij een keuze maken waarop zij altijd met voldoening blijven terugzien. Een keuze die past bij een persoonlijk afscheid.