Per 1 februari aanstaande treedt Henry Keizer af als voorzitter van het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT). Keizer – in functie vanaf de oprichting in 2006 – wordt opgevolgd door de Leidse emeritus hoogleraar George J.R. Maat. Na zich aanvankelijk te hebben beziggehouden met embryologisch onderzoek heeft prof. Maat voor de Afdeling Anatomie van het Leids Universitair Medisch Centrum de traditionele onderzoekslijn Fysische Anthropologie voortgezet. Hij doceerde anatomie in Leiden, Utrecht, Suriname, Koeweit. Recentelijk doceert hij ook in Zuid Afrika en Nepal. Prof. Maat is verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum, het Landelijk Team Forensisch Onderzoek en adviseert het Ministerie van Justitie op het terrein van de forensische anthropologie.
“Toen het NIT werd opgericht was thanatopraxie in Nederland nog niet toegestaan”, zegt scheidend voorzitter Henry Keizer. ”De Wet stond wel op het punt om gewijzigd te worden, maar er was nog niets geregeld over een examen, een register en dat soort formele zaken. Mensen moesten worden opgeleid en het begrip thanatopraxie was bij het Nederlandse publiek grotendeels onbekend. De initiatiefnemers van het NIT vonden dat thanatopraxie in Nederland goed georganiseerd van start moest gaan. Dat vond de Overheid overigens ook. Door mijn ervaringen met het Franse Instituut voor Thanatopraxie werd ik gevraagd om voorzitter te worden. Ik vervul die functie nu zeven jaar. Het NIT verzorgt een geheel onafhankelijk examen, ongeacht waar je de opleiding hebt genoten. Er zijn 31 thanatopracteurs ingeschreven in het NIT Register Erkende Thanatopracteurs. In Nederland zijn in de afgelopen jaren zo’n zevenhonderd behandelingen per jaar uitgevoerd. Er is veel bereikt en er moet nog veel meer bereikt worden. Na zeven jaar is het goed dat iemand anders het voorzitterschap overneemt om de volgende stappen te zetten. In prof. George Maat is een meer dan uitstekende opvolger gevonden. Ik geef dan ook vol vertrouwen de voorzittershamer aan hem over.”