Samenvatting bestuursvergadering 16 mei 2019

Status ontwikkelingen in nieuwe organisatie Thanatopraxie

Op 16 mei jl. heeft NIT-bestuur om de tafel gezeten met VVAT en BGNU. Dit was een vervolg op de uitkomsten van commissie 1, 2 en 3 om een nieuwe onafhankelijke thanatopraxie organisatie te vormen die bestuursleden heeft op voordracht van genoemde partijen NIT, VVAT en BGNU. Naast deze partijen heeft het NIT ook de VMG uitgenodigd en deze heeft aangegeven eerst meer duidelijkheid te willen verkrijgen over de doelen van deze nieuwe organisatie. Mogelijk volgt een voordracht op een later moment. Met VVAT wordt een bijdrage geleverd door mensen uit het veld en met BGNU en mogelijk ook VMG vanuit een andere invalshoek. Afgesproken is dat alle voorgedragen personen niet namens een achterban opereren maar op persoonlijke titel deelnemen in dit nieuw bestuur. Het nieuw bestuur houdt een breed belang voor ogen en acteert niet vanuit eigen belang of namens een partij. Dit wordt een breed gedragen bestuur waar de branche op kan vertrouwen. Klantbelang, bestuurlijke kracht en gedragenheid zijn nodig om voor een keurmerk en politieke vraagstukken voldoende gewicht te hebben. Ook houdt dit gremium een blik op thanatopraxie internationaal.

De doelen van de nieuwe organisatie:

  • Het nieuwe bestuur bepaalt zelf de inrichting/structuur van de nieuwe organisatie, de samenstelling van de examencommissie, de route voor PE-punten, de certificering. etc.
  • Een duidelijke scheiding van opleiding en examen is essentieel. De beroepsgroep gaat zelf de voorwaarden bepalen met als doel dat de uitvaart alleen erkende thanatopracteurs inzet.
  • Thanatopraxie is een gevoelig dossier, het heeft politieke lading en het moet gedragen worden door alle partijen, die actief meedenken in de vormgeving.

 

Zowel VVAT als BGNU hebben aangegeven binnen vier weken een voordracht voor een bestuurslid te doen. Zodra deze namen bekend zijn wordt het Ministerie wederom geïnformeerd en is het wenselijk om nog een keer met alle partijen samen te komen bij het Ministerie. Daarna zal het nieuwe bestuur de inrichting van de nieuwe organisatie verder vormgeven.

Zodra het nieuwe bestuur wordt gevormd, gaat deze de statuten beoordelen naast de besluiten van commissies 1, 2 en 3. Wanneer hierin discrepanties zijn, wordt een huishoudelijk reglement opgesteld en aangepast naar de gewenste vormen.