Recent heeft het bestuur van het Nederlands Instituut voor Thanatopraxie (NIT) kennis genomen van het besluit van Dela (daarin gevolgd door Yarden en Monuta) om tijdelijk te stoppen met het aanbieden van thanatopraxie. Mede gezien de vele vragen die er worden gesteld en de onrust die is ontstaan in de branche reageert het NIT.
Het NIT heeft altijd een voortrekkersrol gespeeld in de zorg voor veiligheid van thanatopracteurs en cliƫnten waar het gaat om procedures en handelingen in verband met het gebruik van stoffen bij de thanatopraxiebehandelingen. Uiteraard heeft het NIT contact gehad met DELA en zich laten informeren over de aanleiding rond dit besluit en het vervolg dat daaraan gegeven wordt. De woordvoerster meldde het NIT dat door een extern bureau een onderzoek is uitgevoerd naar de procedures en handelingen die plaatsvinden bij het gebruik van de stoffen bij thanatopraxie op DELA locaties. Het gaat in dit onderzoek dus kennelijk niet over de eventuele blootstelling aan deze (vloei)stoffen. In het genoemde onderzoek heeft het NIT geen inzage gehad. Het NIT hecht er waarde aan om te benadrukken dat het gaat om een autonoom besluit van DELA, dat op basis van interne overwegingen is genomen.
Er is dan ook op basis van de eigen expertise en de huidige beschikbare kennis bij het NIT op dit moment geen enkele reden tot zorg bij de uitvoering van thanatopraxie door andere bedrijven en professionals; noch op locaties van mortuaria en uitvaartcentra noch in de thuissituatie. Het NIT blijft erop wijzen dat de omstandigheden waaronder wordt gewerkt de nodige aandacht vragen, met name waar het gaat om beschermingsmiddelen en adequate luchtbehandeling en afzuiging. Mits dit alles op de juiste en op verantwoorde wijze wordt toegepast, ziet het NIT geen aanleiding om de toepassing van thanatopraxie af te raden. Uiteraard kijkt het NIT met belangstelling uit naar de uitkomsten van het vervolgonderzoek. Waar nodig en daartoe verzocht zal het NIT zijn expertise ter beschikking stellen.